2021-01 Strafrecht en Wlz

In het strafproces kan een slachtoffer zich voegen als benadeelde partij waardoor er materiële en immateriële schade gevorderd kan worden in het strafproces. Om het strafproces niet onevenredige te belasten, worden onze berekeningen zo simpel mogelijk gehouden. Hierdoor wordt de kans, dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard, verkleind. Maar wat als de berekeningen niet simpel gehouden kunnen worden?

Neem bijvoorbeeld de eigen bijdrage voor zorg vanuit de Wet langdurige zorg. De berekening van de hoge eigen bijdrage op jaarbasis is op zich al ingewikkeld genoeg. Daarnaast itereert de schade wegens de eigen bijdrage in verband met het vermogen dat in Box 3 terecht komt. De iteratie van de eigen bijdrage kan voor een flinke verhoging van de totale schade zorgen. Hoe houden we dit simpel en niet te belastend voor het strafproces? Of wordt het tijd dat er ook meer complexe berekeningen geaccepteerd gaan worden?

Onlangs speelde dit onderwerp in een dossier van ons. Het slachtoffer is aangewezen op hulp vanuit de Wlz en dient hiervoor de eigen bijdrage te betalen. Om het voor de partijen inzichtelijk te maken wat de schades nu zijn, hebben wij er in ons rapport voor gekozen om de claim op een aantal manieren op te nemen:

Een primaire claim: deze voorziet alleen op het verlies aan verdienvermogen inclusief pensioenschade.
Een subsidiaire claim: deze voorziet op de primaire claim en heeft als toevoeging de eigen bijdrage vanuit de Wlz, maar zonder iteratie.
Een meer subsidiaire claim: gelijk aan subsidiair, maar inclusief iteratie.
De subsidiaire claim is al meer dan drie keer het bedrag van de primaire claim. We zijn benieuwd hoe de rechtbank deze claim gaat behandelen.